Culemborg vierde vanaf eind november 1968 een jaar lang feest. De stad had 650 jaar

stadsrecht en ook de spoorbrug bestond honderd jaar. Het feest vormde de afsluiting van een

periode waarin de binnenstad flink op zijn kop had gestaan.

Met de leus 'Culemborg verjongt zijn hart' was in 1965 begonnen met de aanleg van de Prijssestraat.

In 1965 was hier de grote Imprimatur-fabriek gesloopt. In 1968 kwam de Schuttersberg over de tussengracht

gereed, met het parkeerterrein Het Hof. Langs deze weg konden auto's voortaan naar de Markt.

Tot dan moest alle verkeer nog onder de Binnenpoort door.

In deze tijd zet ook nog een doorsteek door de stad, vanaf de Keestrasingel naar de

Oostersingel , in de plannen. Deze liep over een verbrede Buitenmolenstraat en Jodenkerkstraat. Daarvan is gelukkig niets terrecht gekomen , evenmin als van een tweede doorbraak naar de Markt ten oosten van de Binnenpoort. In 1968 kwam er op de Markt een nieuw plaveisel, met rozetten van veldkleien. Het

heeft tot 1987 gelegen. Ook de restauratie van de Grote of Barbarakerk, begonnen in 1963 , kwam gereed.

Er gebeurde meer in dat jaar. Het jongerencentrum Kabisa, bekend bij de vijftigers van nú , werd geopend. Op het in restauratie zijnde Van Riebeeckhuis ging de vlag in top.

De eerste paal van de sporthal werd geslagen. Begonnen werd met de verbetering van de Weidsteeg. Op Terweijde ging de wijkverwarming van start. Ook het Koningin Wilhelmina College (KWC) kwam gereed.

De ophaaldienst van 'tonnetjes' , de zgn. bollenwagen , verdween per 1 juli uit grote delen van de stad, en het gebouw van gemeentewerken - de oude sigarenfabriek van Van der Tak - aan de Buitenmolenstaart werd gesloopt.